Receptieve meertaligheid: als je de taal niet spreekt
In de eerste post van “start hier” heb ik uitgelegd wat het betekent om meertalig te zijn. Hoewel de definitie niet helemaal vaststaat, betekent het over het algemeen dat iemand in zijn dagelijks leven twee of meer talen spreekt. Ik heb het al gehad over een specifieke situatie, waarin je de taal wel begrijpt, maar niet spreekt.
Omdat communicatie het speerpunt is, kan dit nog steeds een vorm van meertaligheid zijn. De term hiervoor is een receptieve meertalige, ook wel bekend als een niet-sprekende meertalige of passieve meertalige. Dus wat betekent dit precies? In deze post vertel ik je er alles over, zowel vanuit individueel perspectief als vanuit het perspectief van de taal zelf.
Receptieve meertaligheid, of receptief meertalig zijn, betekent dat men 2 of meer talen begrijpt. Hoewel de ‘normale’ tweetalige ook in deze talen kan spreken, kan de receptieve meertalige dat niet. Vaak betekent dit dat de persoon één moedertaal heeft die hij kan begrijpen en spreken, en een tweede (of een derde, vierde enz.) taal die hij alleen kan begrijpen. Dit geldt ook voor vormen waarin iemand wel in een taal kan lezen, maar niet schrijven.
Een belangrijke opmerking hierbij is wel dat meertaligheid in vele vormen bestaat. Een evenwichtige, of gebalanceerde meertalige (iemand die al zijn talen even vloeiend spreekt) is zeer zeldzaam en het komt vaker voor dat iemand de ene taal vloeiend spreekt en de andere wat minder vloeiend. Dit maakt het onderscheid tussen receptief meertalig zijn en niet vloeiend zijn erg moeilijk.
Laten we het hebben over de redenen waarom iemand receptief meertalig kan zijn (of worden)
1. De taal is nooit op een actieve manier geleerd
Beeld je de volgende situatie in: In een multicultureel gezin heeft de ene ouder moedertaal A en de andere ouder moedertaal B. Beiden gebruiken ze hun eigen taal wanneer ze met hun kinderen praten. Omdat ze elkaars taal niet spreken, communiceren de ouders onderling in taal C. De kinderen krijgen een passief taalaanbod in taal C door te luisteren naar de interactie tussen hun ouders. Om deze reden zullen ze waarschijnlijk de taal na een tijdje gaan begrijpen. Omdat ze zelf echter nooit in deze taal worden aangesproken, hoeven ze nooit actief in deze taal te communiceren. Hoewel het mogelijk is dat een kind wel in taal C begint te spreken, is dit niet waarschijnlijk. Kortom: zonder actief oefenen, geen actief spreken.
2. Er is geen noodzaak voor de taal
Laten we het voorbeeld nemen van ons eigen gezin. We spreken momenteel Engels thuis met onze dochter, terwijl we in Nederland wonen. We zijn ook beiden Nederlands en kunnen dus Nederlandse spreken. We kiezen er echter voor om dat niet te doen. Hopelijk zal onze dochter later Engels tegen ons praten, maar dit is geen zekerheid. Omdat ze perfect begrepen zal worden als ze ervoor kiest om Nederlands tegen ons te spreken, is de behoefte om Engels te spreken niet echt aanwezig. Kinderen hebben de neiging om de gemakkelijke weg te kiezen (volwassenen ook trouwens), en waar mogelijk hun dominante taal te gebruiken. Als je wilt dat je kind ook echt alle talen gebruikt, is het creëren van een noodzaak voor de taal erg belangrijk. Dit kan b.v. worden gedaan in interactie met mensen die alleen die taal begrijpen of door te reizen naar plaatsen waar de taal wordt gesproken.
NB. Het kan ook worden gedaan door te doen alsof u uw kind niet verstaat in een van de talen, maar dat gaat in tegen alles waar ik voor sta. Wat mij betreft is communicatie het allerbelangrijkste, hierdoor voelt het onnatuurlijk om de helft te negeren van wat mijn dochter me probeert te vertellen, alleen maar om haar andere taal te verbeteren.
3. Het actieve deel van de taal is vergeten
In deze situatie heeft een persoon het vermogen verloren om actief de taal te gebruiken, terwijl ze dit eerder wel konden. Hierbij is het moeilijk te zeggen of je echt receptief meertalig bent geworden in de zin dat je de taal niet KUNT spreken. In veel gevallen zullen mensen de taal gewoon niet WILLEN spreken. Een reden hiervoor kan zijn dat het niet nodig is, of dat men wellicht onzeker is over zijn taalniveau, of nog een andere reden. Het is mogelijk dat een taal wordt vergeten, vooral wanneer deze alleen op zeer jonge leeftijd werd gebruikt. Een voorbeeld hiervan is een kind dat thuis taal A (of A en B) gebruikt en alleen taal B gaat gebruiken zodra het naar school gaat, of verhuist naar een land dat taal B spreekt. Waarschijnlijker in deze situatie echter, is dat zowel het begrip als het spreken verslechtert, niet alleen het spreken.
Taalverschuiving
Wanneer je dit alles vanuit een individueel perspectief, zullen mensen verschillende meningen hebben over receptieve meertaligheid. Voor sommige mensen is het geen probleem en gaan ze door met hun leven zonder er al te veel over na te denken. Anderen vinden het misschien wel jammer dat ze de taal niet kunnen spreken en leren dit op latere leeftijd alsnog. Zowel deze als alle andere meningen die mensen kunnen hebben, zijn absoluut prima. Receptieve meertaligheid op een breder niveau kan echter soms problematisch worden.
Dus wat gebeurt er als we receptieve meertaligheid bekijken vanuit het perspectief van de taal zelf? Neem de afzonderlijke voorbeelden nog eens. Als in sommige gezinnen de kinderen receptief meertalig zijn in taal A en in andere gezinnen in taal B, zullen beide talen worden doorgegeven aan de volgende generatie. Maar als in ALLE gezinnen de kinderen receptief meertalig zijn in taal A, zal deze taal dan nog worden doorgegeven?
Hoogstwaarschijnlijk niet. En dat is waar het een probleem kan worden, en dit noemen we taalverschuiving. Taalverschuiving is het geleidelijk veranderen van een taal door een gemeenschap, vaak binnen een land of regio. Het gebeurt vaak met dialecten en talen waarvan wordt aangenomen dat ze een mindere status hebben. In eerste instantie spreekt de gemeenschap taal A. Later begint de gemeenschap taal A en B te spreken. Daarna spreken steeds meer mensen in die gemeenschap alleen taal B (met of zonder receptieve meertaligheid). Wanneer dit proces zich voortzet in alle gemeenschappen die taal A spreken, raakt de taal bedreigd en kan het zelfs uitsterven.
De grote vraag hier is: is dit eigenlijk wel een probleem? Persoonlijk zou ik het liefst een grote verscheidenheid aan talen en dialecten die in de wereld zien. Taal is ook verbonden aan cultuur en het zou zo jammer zijn om dit te verliezen. Het is echter ook iets natuurlijks en er kunnen ook weer nieuwe talen verschijnen.