Voortalige periode (0-1 jaar)
In deze post zal ik het hebben over de voortalige, of preverbale fase, die meestal duurt van (voor) de geboorte tot het eerste levensjaar. Zoals de naam doet vermoeden, is dit de periode van taalontwikkeling “vóór de taal”. Aangezien er in deze fase bijna geen verschillen zijn tussen eentalige en simultane meertalige ontwikkeling, zal ik deze twee samen bespreken.
In grote lijnen ontwikkelen baby’s eerst hun receptieve taal (begrip) en later hun productieve taal (spreken of gebarentaal). Dit is de reden waarom, hoewel baby’s zelf niet praten, het erg belangrijk is om met je baby te praten en de communicatie en hun begrip van de wereld om hen heen te stimuleren.
Eentalige en simultaan meertalige ontwikkeling
Baby’s kunnen de gesproken taal al heel vroeg horen en verwerken, vanaf ongeveer de 25e week van de zwangerschap. Vanaf de geboorte tot 6 weken kunnen baby’s stemmen herkennen en hun ouders herkennen aan hun geluid. Omdat ze nog niet weten wat communicatie en taal is, begrijpen ze niet wat er wordt gezegd, alleen dat mensen geluiden maken. Hun eigen belangrijkste geluid op deze leeftijd is huilen, wat heel veel communicatie is, maar nog niet bewust.
Tussen 6 weken en 4 maanden leert een baby steeds meer over sociale connectie en laat hij vaak zijn eerste sociale glimlach zien. Ouder en baby kunnen aandacht voor elkaar hebben en de baby zal gaan vocaliseren. Dit betekent dat ze verschillende geluiden maken (vaak alleen klinkers). Baby’s kunnen ook verschillen tussen klinkers horen in korte woorden, zoals “bel”, “bal” of “bol".
Tussen de 4 en 7 maanden raken baby’s meer gefocust op spraak en kunnen ze steeds meer communiceren met hun omgeving, en met name de ouders. Hoewel ze nogal egocentrisch zijn, beginnen ze “nepgesprekken” te voeren en kunnen ze kennismaken met heen en weer “praten” en spelen. Ze kunnen verschillen tussen medeklinkers horen, te beginnen met de meest voorkomende in elk van hun talen. Hun eigen geluiden lijken steeds meer op brabbelen (bababa, mamama, popopo etc) en zijn nog niet taalspecifiek.
Vanaf 7 of 8 maanden beginnen baby’s echt bewust met elkaar om te gaan en ook woorden te begrijpen. Waar ze eerst alleen hun luistervaardigheid ontwikkelden en onderscheid konden maken tussen klanken, gaan ze nu betekenis aan die klanken hechten. Vanaf dit stadium worden ze steeds gevoeliger voor verschillen in klanken en woorden in hun moedertaal/-talen. Informatie over talen die de baby niet hoort, wordt nu uit hun systeem gefilterd. Het brabbelen van de baby’s zal steeds meer variëren en zal ook steeds meer klinken als hun moedertaal/-talen. Uiteindelijk zal dit gebrabbel en vocaal spel rond de leeftijd van 12 maanden veranderen in de eerste echte woorden.
Sequentiële meertalige ontwikkeling
Over dit onderdeel kan ik heel kort zijn. De definitie van sequentiële meertaligheid, of tweede taalverwerving, is dat kinderen eerst hun eerste taal of talen ontwikkelen. Aangezien dit nog niet is gebeurd, bestaat er niet zoiets als een tweede taalverwerving vóór de leeftijd van 1 jaar. Veel onderzoekers gebruiken de leeftijd van 3 jaar zelfs als startpunt voor een tweede taalverwerving. Alle talen die vóór deze fase worden ontwikkeld, worden als eerste taal beschouwd. Meer over dit onderwerp vindt je hier.
Wanneer kinderen in een later stadium kennis maken met een nieuwe taal, gebruiken ze de kennis die ze al hebben opgedaan uit hun eerste taal (talen). Dit betekent dat de preverbale of voortalige fase zal worden overgeslagen voor taal 2, 3 enz. Een kind dat al in taal 1 kan spreken, zal niet plotseling terugvallen naar het brabbelen in taal 2. Ze zullen hoogstwaarschijnlijk een stille periode hebben en dan beginnen te praten in de desbetreffende taal. Hierover lees je meer in de volgende posts over de andere ontwikkelingsfasen.